Bier

Cerveja

Bier

No campo cresce a cevadaOp het land groeit de gerst
Na vila rola a cervejaIn het dorp vloeit het bier
O fazendeiro coça a bundaDe boer krabt zijn kont
Seu empregado fede a estrumeZijn knecht stinkt naar gier
Ele tá na tabernaHij hangt in de kroeg
Procurando diversãoOp zoek naar vertier
A espuma na boca deleHet schuim op zijn mond
CervejaBier

De manhã, depois da noite's Morgens, na de nacht
O empregado vai pro campoKomt de knecht op het land
Com sede como um malucoDorst als een vlegel
A cabeça em chamasZijn kop staat in brand
A cevada no sacoDe gerst in de zak
E nenhum grão derramadoEn geen korrel gemorst
Crostas na bocaKorst om zijn bek
SedeDorst

O cervejeiro compra cevadaDe brouwer koopt gerst
E bem cedo de manhãEn 's morgens heel vroeg
O fazendeiro tá na bancaZit de boer bij de bank
E o empregado na tabernaEn de knecht in de kroeg
O copo se encheGevuld wordt het glas
O barril se esvaziaGeleegd wordt het vat
Cai do bancoValt van zijn kruk
BêbadoZat

Tudo é pra poucosAlles is voor weinigen
Que não querem dividirDie niet willen delen
Tudo é de graçaAlles is voor niets
Nada é pra muitosNiets is voor velen
De muitos só poucosVan velen krijgen maar
Recebem sua parteHeel weinigen hun deel
Sim, muito é de graçaJa, veel is voor niets
E tudo é demaisEn alles is te veel

A colheita acabouDe oogst is voorbij
Então o empregado vai pra cidadeDus de knecht naar de stad
Lá tem trabalho a fazerDaar is werk aan de winkel
Sempre tem alguma coisaDaar is altijd wel wat
Vida na cervejariaLeven in de brouwerij
Lá tem bares, tem diversãoDaar zijn kroegen, is plezier
Na caldeira fermenta o lúpuloIn de ketel gist de hop
A cidade toda fede aHeel de stad stinkt naar
CervejaBier

Ele vai pro trabalhoHij gaat naar zijn werk
Com dor de cabeçaMet pijn in zijn kop
Ele faz cerveja pra tabernaHij brouwt bier voor de kroeg
E lá ele bebe tudoEn daar zuipt hij het op
Na garrafa, na gargantaIn de fles, in de keel
Nenhuma gota derramadaGeen druppel gemorst
O ciclo se fechaDe cirkel is rond
SedeDorst

O cervejeiro mora foraDe brouwer woont buiten
Com o fazendeiro e a bancaBij de boer en de bank
O empregado na cidadeDe knecht in de stad
Onde ele recebe fedendoWaar hij stank krijgt voor dank
No campo cresce a cevadaOp het land groeit de gerst
E o vento na cidadeEn de wind in de stad
Na sarjeta tá o empregadoIn de goot ligt de knecht
BêbadoZat

Tudo é pra poucosAlles is voor weinigen
Que não querem dividirDie niet willen delen
Tudo é de graçaAlles is voor niets
Nada é pra muitosNiets is voor velen
De muitos só poucosVan velen krijgen maar
Recebem sua parteHeel weinigen hun deel
Muito é de graçaVeel is voor niets
E tudo é demaisEn alles is te veel